Winnen
Als Warmtebron Utrecht na de testfase daadwerkelijk over wil gaan tot het winnen van aardwarmte, dan hebben we daarvoor een winningsvergunning van EZK nodig. Deze geeft ons het economisch recht om aardwarmte te exploiteren. Naast de winningsvergunning hebben we goedkeuring nodig op het winningsplan. Dit plan beschrijft hoe we aardwarmte willen gaan winnen en wat de (mogelijke) gevolgen zijn voor de diepe ondergrond.
Winningsvergunning
In het geval van Warmtebron Utrecht gaat dit om een tijdelijke vergunning vooruitlopend de gewijzigde Mijnbouwwet die in 2021 in werking treedt. Binnen 2 jaar (met eventueel verlenging van een jaar) moet hierop een zogeheten vervolgvergunning worden aangevraagd onder de nieuwe Mijnbouwwet. Hiervoor geldt een procedure volgens artikel 17 van de Mijnbouwwet. Deze duurt een half jaar en kan eenmalig door de minister met zes maanden worden verlengd. In uitzonderlijke gevallen twee keer met ten hoogste een jaar). Ook voor de winningsvergunning brengen SodM, GS (B&W, Waterschap), EBN, TNO en de Mijnraad advies uit.
Inspraak
Op het verlenen van een winningsvergunning is de ‘uniforme openbare voorbereidingsprocedure’ niet van toepassing. Dat betekent dat de minister geen voorgenomen besluit publiceert waar iedereen een zienswijze op kan indienen. Wel is er de mogelijkheid tot inspraak bij het besluit van de minister over de aanvraag van een winningsvergunning. Belanghebbenden kunnen dan bezwaar bij de minister indienen tegen het besluit en eventueel daarna in beroep gaan.
Winningsplan
Het (tijdelijk) winningsplan dient tegelijk met de (tijdelijke) winningsvergunning te worden ingediend en gaat in op de wijze en duur van de winning, de verwachte hoeveelheden aardwarmte, de verwachtingen over bodembeweging en hoe schade als gevolg van bodembeweging wordt voorkomen. Bij het winningsplan hoort ook een meet- en monitoringsplan waarin beschreven staat op welke manier de winning wordt gemonitord en gemeten tijdens de winningsperiode. Het tijdelijke winningsplan moet goedgekeurd worden door EZK. Bij de aanvraag van de eerder genoemde vervolgvergunning wordt ook het definitieve winningsplan meegenomen.
Onderdelen van het winningsplan:
- de verwachte hoeveelheid aanwezige warmte en de ligging ervan;
- het aanvangstijdstip en de duur van de winning;
- de wijze van winning en de daarmee verband houdende activiteiten;
- de hoeveelheden jaarlijks te winnen warmte*;
- de kosten van de warmtewinning op jaarbasis *;
- de bodembeweging als gevolg van de winning en de daarmee verband houdende activiteiten en de maatregelen die schade door bodembeweging moeten voorkomen;
- de risico’s voor omwonenden, gebouwen of infrastructurele werken of de functionaliteit daarvan met een risicobeoordeling.
(* Bedrijfsgevoelige, vertrouwelijke informatie, zoals de hoeveelheid winbare warmte en de productiekosten, worden niet openbaar gemaakt.)
Toetsing en advies
Voor het besluit om al dan niet in te stemmen met het tijdelijke winningsplan volgt EZK een uniforme openbare voorbereidingsprocedure. De minister laat het winningsplan toetsen aan de Mijnbouwwet en wint advies in over het winningsplan bij SodM en de Technische commissie bodembeweging (Tcbb). Vooruitlopend op de voorgenomen wijziging van de Mijnbouwwet krijgen ook provincies, gemeenten en waterschappen adviesrecht. Ook wordt het winningsplan voorgelegd aan de Mijnraad. De minister kan de instemming ook onder beperkingen verlenen of daaraan voorschriften verbinden.
Inspraak
Belanghebbenden zoals omwonenden hebben de mogelijkheid hun zienswijzen in te dienen op het conceptbesluit van EZK voor een winningsplan. Ook bij een wijziging van het winningsplan of bij het intrekken van de instemming door de minister is de uniforme voorbereidingsprocedure van toepassing. Dus ook in deze procedure kan een ieder een zienswijze indienen. Burgers, overheden of organisaties die een zienswijze hebben ingediend en het niet eens zijn met het besluit, kunnen vervolgens in beroep gaan bij de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Er is dus geen bezwaarfase.
Milieu-neutrale wijziging
Door het inwinnen van advies en de inspraakperiodes duren vergunningprocedures in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) over het algemeen lang. Ook zijn er weinig mogelijkheden om veranderingen snel en eenvoudig te kunnen toestaan. Gelukkig bestaan er enkele uitzonderingen die de regel bevestigen, zoals de milieu-neutrale verandering.
Verkorte procedure
Als uit de eerste test blijkt dat de winning niet past binnen de voorwaarden van de afgegeven Wabo omgevingsvergunning en deze geen extra belasting op het milieu heeft dan kan een milieu-neutrale verandering worden aangevraagd. Bijvoorbeeld als er uit de test blijkt dat er een extra of andere winningsinstallatie nodig is of er een wijziging aan de bestaande installatie moet worden uitgevoerd, waarbij kan worden aangetoond dat de geluidsbelasting niet groter wordt dan wat al vergund is.
Daarmee is het mogelijk om niet de uitgebreide voorbereidingsprocedure – die 6 maanden en 6 weken duurt – te volgen, maar de reguliere voorbereidingsprocedure. Deze is aanmerkelijk korter, namelijk 8 weken met eventueel 6 weken verlenging. Voor een aanvrager die op korte termijn een wijziging wil doorvoeren kan dat dus gunstig zijn.
Daarvoor gelden wel de onderstaande voorwaarden:
- de verandering veroorzaakt geen andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de verleende omgevingsvergunning is toegestaan;
- de verandering leidt niet tot een andere inrichting dan waarvoor eerder een omgevingsvergunning is verleend;
- er is geen verplichting tot het opstellen van een milieueffectrapportage (MER).
Heb je vragen?